Leugens van leerlingen - Kalmthout 2021

 

Jurre – supertreuzelaar

 

‘Jurre, het eten is klaar!’

Jurre draait zich nog een keer om in zijn bed. Hij heeft het altijd zo moeilijk om op te staan. Dan doet hij zijn ogen nog even dicht, vast van plan om een minuut later uit bed te springen. Maar die minuut worden twee minuten, en die twee minuten worden tien minuten. En voor hij het goed en wel beseft, heeft hij nog tien minuten over om zich aan te kleden, te ontbijten, zijn boterhammen te smeren en naar school te fietsen.

Deze keer niet. Hij springt uit bed en rekt zich uit. Hij voelt zich verrassend goed uitgeslapen, vreemd, hij heeft nochtans tot laat in de nacht op zijn telefoon zitten spelen.

Wanneer hij in de keuken komt, kijkt hij vreemd op: op de tafel staat een dampende pot spaghetti. Sinds wanneer eten ze pasta als ontbijt? Ze zijn toch geen topsporters?

‘Waarom zit jij in je pyjama?’ vraagt mama.

Jurre haalt zijn schouders op. Hij kleedt zich toch altijd pas na het ontbijt aan? Hij kijkt op de klok aan de wand, het is nog maar zes uur. Waarom heeft zijn mama hem zo vroeg wakker gemaakt?

‘Hoe was het op school?’

Terwijl er een portie pasta op zijn bord wordt gekwakt, verstijft Jurre. Plots beseft hij waarom ze spaghetti aan het eten zijn. Een blik op de digitale klok van de oven bevestigt zijn vermoeden.

Het is zes uur ’s avonds.

Dit is het avondeten.

Hij heeft een hele dag in zijn bed gelegen.

‘Goed’, stottert hij.

Hij herinnert zich dat hij zich die ochtend eens heeft omgedraaid toen mama hem riep en dat hij zoals gewoonlijk zijn ogen weer had gesloten. Om dan een hele dag te slapen. Wow.

‘Je bent ook weer spraakzaam’, zegt papa. ‘En je hebt ook nog niet verteld waarom je nu in je pyjama zit.’

Jurre kijkt op en neemt snel een hap spaghetti, dan kan hij niet antwoorden. Ze hebben helemaal niet gemerkt dat hij een hele dag in bed heeft gelegen! En dat kan hij best zo houden.

‘Ik was nat van de regen, dus heb ik maar ineens mijn kleren uitgedaan en mijn pyjama aangedaan. Bespaart me straks weer wat moeite.’

Papa kauwt traag op zijn pasta en kijkt Jurre aan.

‘Het regent helemaal niet.’

Verdorie. Jurre is natuurlijk nog niet buiten geweest. Het regent zo vaak tegenwoordig, waarom vandaag dan niet?

‘Zei ik regen? Ik bedoelde de regendouche op school.’

‘Hebben jullie een regendouche op school?’

Jurre knikt overtuigend.

‘Ja, en daar moesten we allemaal in gaan staan na de turnles, met kleren aan. Omdat we zo stonken.’

Mama laat haar lepel kletterend in haar bord vallen.

‘Wat? Dat is onverantwoord!’

Ze staat op en loopt naar de hal om haar jas aan te doen. Ze komt terug met de jassen van Jurre en papa. Dit loopt helemaal fout.

‘We gaan die juf van turnen nu opzoeken!’

Jurre komt niet van zijn stoel. Als ze de juf opzoeken, zal die zeggen dat er helemaal geen turnles was die dag en dat ze al zeker niet haar leerlingen in de douche heeft gestopt. Ze hebben trouwens geen regendouche op school. Hij grijpt naar zijn maag.

‘Ik voel me niet zo lekker’, zegt hij met een flauwe stem.

Mama legt een hand op zijn hoofd.

‘Je hebt het inderdaad een beetje warm. Logisch, als je met natte kleren door de kou moet gaan!’

‘Het was niet zo erg, hoor. Ik zeg het morgen wel tegen de juf.’

Mama knikt.

‘Het is goed. Regel jij het maar zelf. Dat vind ik heel knap.’

Ze pakt Jurre bij de hand en leidt hem naar de trap.

‘Maar niet morgen. Eerst moet je beter worden. Kruip maar lekker in je bed en blijf er morgen maar een hele dag in liggen. Tot het weer beter gaat.’

Jurre gehoorzaamt en gaat de trap op. Halverwege draait hij zich nog even om.

‘Een hele dag in bed liggen? Ik weet niet of ik dat wel kan!’

 

Oyasin – slimme punten

 

Ja hallo. Oyasin kijkt bezorgd naar de toets die hij in zijn handen heeft gekregen. 1/10, niet best. En eigenlijk nog een punt meer dan hij had verwacht. Maar dat hij een slechte toets niet zo erg vindt, dat is één ding, dat zijn ouders niet blij zullen zijn is een ander, een heel ander. Hij kan zich nu al voorstellen welke straffen ze allemaal zullen bedenken.

Na schooltijd blijft Oyasin lang aan de schoolpoort hangen. Hij heeft geen zin om naar huis te gaan met die slechte punten. Misschien kan hij er wel iets aan doen. Hij sluipt naar de leraarskamer en kijkt naar binnen. Zijn juf zit op een computer te werken. Oyasin denkt na. Die computer is verbonden met het netwerk van de school. Via dat netwerk worden alle punten doorgegeven door de leerkrachten, als hij daar dus op kan geraken, kan hij misschien zijn punten aanpassen.

Hij loopt naar de andere kant van het gebouw en pakt een steentje. Dat gooit hij tegen het raam. De juf kijkt verschrikt op en loopt naar buiten. Ondertussen loopt Oyasin weer naar de deur en sluipt het leraarslokaal binnen. Op de computer zoekt hij naar het programma voor de rapporten en ziet zijn cijfer staan. Zenuwachtig kijkt hij achter zich. Wat als de juf nu binnenkomt? Kan hij zeggen dat hij zich niet goed voelt en een medicijn komt halen? Snel maakt hij van de 1 een 10. Of wacht, dat is te veel, dat geloven zijn ouders nooit. 9,5, dat moet volstaan. Grijnzend loopt hij het lokaal uit.

 

Wanneer zijn ouders zijn rapport zien, kijken ze fronsend naar Oyasin.

‘Echt? 9,5?’ vraagt mama. ‘Hoe heb je dat gedaan?’

Oyasin kijkt boos naar zijn mama. Waarom gelooft ze hem niet gewoon? Al weet hij ook wel dat ze hem beter kent dan wie ook. En dat de kans dat Oyasin een 9,5 op 10 haalt ongeveer even groot is als de kans dat het morgen hondendrollen begint te regenen. Jakkes, dat zou best vies zijn.

‘Waarom kijk je zo raar?’ vraagt mama.

Juist, hij was nog steeds aan die hondendrollen aan het denken.

‘Omdat ik ook best slim kan zijn’, moppert Oyasin.

‘Dat weet ik wel’, zegt mama. ‘Je bent een slimme jongen, maar ik zie je nooit leren. Dus ik vind het raar.’

‘Ik ben bij Xina gaan spelen’, flapt hij eruit. ‘De slimste van de klas. Zij heeft me alles uitgelegd.’

Mama krabt op haar hoofd.

‘Daar wist ik helemaal niets van. Dus je hebt verdacht goede punten én je hebt gelogen over waar je bent geweest?’

‘Gelogen? Helemaal niet’, reageert Oyasin. ‘Ik ben het misschien wel vergeten te zeggen.’

Mama blijft Oyasin lang aankijken. En dan grijpt ze naar haar telefoon.

‘Eens kijken. De ouders van Xina staan hier vast nog wel in.’

Oyasin grijpt naar zijn buik.

‘O o. Dringend naar toilet!’

Hij spurt naar de hal en haalt zijn eigen telefoon uit zijn boekentas. Hij stuurt een bericht naar Xina.

 

Oyasin

Neem de telefoon van je ouders op!

 

Xina

Waarom?

 

Oyasin

Doe alsof je hen bent en zeg dat ik ben komen spelen.

 

Xina

Nogmaals: waarom?

 

Oyasin

Omdat je dan een hele week mijn vieruurtje krijgt.

 

Xina

Oké

 

Oyasin loopt naar het toilet en spoelt door. Daarna gaat hij weer naar de woonkamer en ploft op de bank, dicht genoeg om te kunnen horen wat mama zegt.

‘Bent u verkouden? Uw stem klinkt zo licht? Ach zo. Dus Oyasin was bij u deze week? Oké, prima. Bedankt voor de info.’

Oyasin grijnst breed en zet de televisie aan. Na al die inspanningen verdient hij het wel om even televisie te kijken. Maar tot zijn verbazing zet mama hem meteen weer uit.

‘Hè! Wat gebeurt er?’

Mama legt de afstandsbediening weg en zet haar handen in haar zij.

‘Je hebt dan misschien wel goede punten, je hebt nog altijd gelogen. Een week geen televisie!’

Oyasin baalt. Maar stiekem weet hij: beter een week geen televisie met 9,5 op 10 dan met 1 op 10.