Inleiding

We liegen gemiddeld twee keer per dag. Dat is best veel! Wat is de laatste leugen die jij nog hebt verteld? Dat je je tanden had gepoetst (ik ruik het tot hier!)? Of dat je je telefoon zogezegd niet mee naar de kamer hebt genomen (ik zie het aan je wallen)?

Stel dat je leugens toch niet zo tof vindt (we kunnen het ons nauwelijks voorstellen), dan zijn er enkele dingen waaraan je leugenaars kan herkennen. De tips die volgen kan je gebruiken om leugenaars te herkennen, of om zelf nog beter te leren liegen :-).

 

Waarom liegen we?

Eerst en vooral is het belangrijk om te weten waarom we liegen. Mensen gebruiken vaak leugentjes om bestwil. Meestal is dat gewoon om het sociaal contact niet te verknallen. Als iemand uit je klas een feestje geeft, maar je hebt helemaal geen zin om te gaan, zeg je misschien dat je voetbaltraining hebt. Je wilt niet dat die persoon denkt dat je zijn feestjes stom vindt.

Het kan ook zijn dat je schrik hebt. Als iedereen met zijn rapport staat te zwaaien en jij zegt tegen je ouders dat je je rapport nog niet hebt gehad, dan heb je waarschijnlijk schrik dat je ouders boos zullen zijn omwille van je slechte punten.

Maar soms doen we het ook gewoon om er voordeel uit te halen. 'Scheidsrechter, het was wel penalty!'

 

Hoe liegen we?

Leugenaars ontmaskeren is niet gemakkelijk. Er zijn veel dingen die erop kunnen wijzen. Eerst moet je weten hoe iemand is in een normale toestand. Stel hem wat gewone vragen. En dan pas kan je gaan kijken naar afwijkingen. Eén kenmerk is meestal niet genoeg, dat kan toeval zijn. Maar als je verschillende dingen begint op te merken... Dan zit je waarschijnlijk voor een leugenaar!

 

Te veel informatie

Leugenaars geven meestal meer informatie dan nodig. Dat doen ze omdat ze de aandacht willen afleiden van datgene dat ze willen verbergen. Stel dat je mama vraagt: 'Hoe ging je toets?' en jij antwoordt: 'Je had het moeten zien, de hele klas stond op stelten, want Thibo had zijn hamster meegenomen en die was ontsnapt, en de meester stond op zijn stoel te gillen en toen begon het beestje nog drolletjes te leggen onder onze stoelen, dat vond de directeur ook niet prettig. En dan hadden we ook een toets.'

Dan is de kans groot dat je toets niet zo best ging.

 

Neplachen

Wanneer leugenaars lachen, lachen ze alleen met hun mond. Normaal lach je ook met heel je gezicht en vooral met je ogen. Maar een leugenaar meent die lach niet, dus hij kan dat ook niet nabootsen.

Wil je het eens testen? Vertel dan eens een heel slechte mop aan een vriend. Aan zijn lach weet je meteen of hij het echt grappig vindt of niet. Geen inspiratie? Probeer deze eens: het is grijs en het hangt in een boom? Een tros beton.

 

Knipperen, giechelen, gapen

Leugenaars knipperen vaker met hun ogen. Dat komt omdat ze zenuwachtig zijn. Daardoor giechelen en gapen ze ook vaker. Normaal gezien knipperen we een keer om de vijf seconden met onze ogen. Is dat meer, dan is iemand waarschijnlijk nerveus. Of hij probeert je te verleiden en je hebt het helemaal niet door.

 

Gezicht aanraken

Zenuwen spelen een belangrijke rol bij het liegen. Dat blijkt niet alleen uit het knipperen, maar ook uit andere gedragingen. Leugenaars zullen vaker hun gezicht aanraken (als die persoon tegelijk ook vol bobbels staat, zou hij ook jeuk kunnen hebben natuurlijk). Ze houden ook regelmatig hun hand voor hun mond, alsof ze zich niet goed voelen biij wat er gezegd wordt. Als een bibliothecaris dat doet, dan is hij meestal niet aan het liegen. Dat wil gewoon zeggen dat je stil moet zijn in een bibliotheek.

 

Links-rechts kijken

Een tip die iets moeilijker te ontdekken is, maar wel makkelijker te gebruiken als je hem kent: mensen kijken vaak in een bepaalde richting als ze liegen. Als je rechtshandig bent en je kijkt naar links terwijl je iets vertelt, is dat in 85% van de gevallen een leugen, zo blijkt uit onderzoek. Dat is best veel. Voor linkshandigen geldt het wanneer ze naar rechts kijken.

Wil je iemand misleiden? Kijk dan gewoon alle kanten uit. En als de meester zegt dat je aan het spieken bent, en je zit toevallig aan zijn linkerkant, dan is hij waarschijnlijk niet aan het liegen. Dan ben jij gewoon betrapt!

 

Vraag om vraag

Niet alleen de lichaamstaal is belangrijk bij leugenaars. Ook wat ze vertellen kan een aanduiding zijn om leugens te ontmaskeren. Zo antwoorden leugenaars vaak met een vraag.

Mama vraagt: 'Had je een goed rapport?'

En jij zegt: 'Waarom is een rapport zo belangrijk? Zijn er geen andere dingen die onze aandacht verdienen, zoals de klimaatverandering?'

Dan heb je waarschijnlijk geen goed rapport.

 

Aanwijzen met woorden

Leugenaars gebruiken nog andere taaldingen om hun leugens te verbergen. Ze distantiëren zich ook soms van de feiten door aanwijzende woorden te gebruiken. Bijvoorbeeld:

Papa zegt: 'Er zit een bluts in mijn auto.'

En jij zegt: 'Ik heb helemaal niets met die bluts in die auto te maken.'

Dan is er een grote kans dat je de auto hebt geraakt toen je met je pijl en boog aan het spelen was.

 

Recyclage

Nog eentje om leugenaars op hun woorden te betrappen: als je aan het liegen bent, gebruik je ook soms delen van de vraag opnieuw in je antwoord.

Je broer zegt: 'Hoe komt het dat mijn kamer vol lege stickerpakjes ligt?'

En jij zegt: 'Geen idee waarom jouw kamer helemaal vol lege stickerpakjes ligt.'

Dan is de kans groot dat je net in zijn kamer bent geweest en al zijn stickerpakjes hebt gebruikt om je eigen stickeralbum te vervolledigen.

 

Voila, als je nu de leugenaars niet kan betrappen...