Leugens van leerlingen - Kortrijk

Warre – bedplassende poes

 

Warre heeft er geen idee van aan de hoeveelste aflevering hij van zijn favoriete serie gaat beginnen. Hij heeft er die avond in elk geval heel veel gezien. Heerlijk, zo’n avondje ongestoord bingewatchen.

Maar dan spitst hij zijn oren. Hij hoort een auto voor het huis stoppen. Dat kunnen alleen maar zijn ouders zijn.

En die hadden gezegd dat ze laat thuis gingen komen.

En Warre is nog wakker.

Conclusie: hij had al lang in bed moeten liggen.

Warre rent naar de deur van de woonkamer, maar stopt net op tijd wanneer hij een sleutel in het slot hoort draaien. De toegang naar de trap is afgesneden. Snel ergens anders naartoe. Hij duikt de berging naast de keuken in en sluit de deur. Als zijn ouders straks slapen, kan hij stiekem naar zijn bed sluipen.

Hij hoort zijn ouders in de keuken. Ze babbelen en lachen, dat is goed, dan hebben ze nog niet door dat hij niet in zijn bed ligt. Maar dan gaat de deur van de berging open, Warre maakt zich heel klein en verbergt zich achter de stofzuiger. Gelukkig wordt het licht niet aangestoken.

De deur gaat weer toe. Oef. En dan verstijft Warre. Hij hoort opnieuw een sleutel in een slot.

De sleutel van de berging.

Hij zit opgesloten.

In het donker wacht Warre tot alles stil is. Zijn ouders slapen. In de deur is geen beweging te krijgen. Warre zet zich schrap en bonkt met zijn schouder tegen de deur. De klap is luid, maar de deur blijft gesloten. Hij probeert nog eens en nog eens, zonder succes.

Hij moet iets anders proberen. In een van de rekken in de berging vindt hij een speld. Dat zou kunnen werken. Hij neemt een blad papier en schuift die onder de deur. Daarna prutst hij met de punt van de speld in het sleutelgat. Hij slaagt erin om de sleutel eruit te duwen en op het blad papier te laten vallen. Behoedzaam schuift hij het blad weer naar zich toe. Mét sleutel erop, gelukt!

Opgelucht opent hij de deur van de berging. Nu nog de trap op sluipen en zijn bed in duiken en hij komt er mee weg.

Maar dan hoort hij stemmen. Er staat iemand aan de deur!

‘Dag mevrouw? U had ons gebeld?’

‘Ja, we denken dat er een inbreker is. Er kwamen harde bonken uit de keuken.’

Zijn ouders hebben zijn pogingen om de deur in te beuken gehoord! Had hij maar meteen het trucje met de speld geprobeerd. Warre kijkt snel rond, hij moet iets nieuws bedenken. Hij neemt een kleine fles azijn en stopt die achteraan in zijn broek. Ondertussen wordt het licht in de keuken aangeknipt.

‘Warre? Wat doe jij hier?’

Warre doet alsof hij schrikt van het licht en knippert met zijn ogen.

‘Ik kwam een doek halen.’

‘Een doek?’

‘Ja, de kat heeft in mijn bed geplast. Ik wilde het opruimen. Maar ik heb het licht niet aangestoken, waardoor ik tegen de deur liep.’

De politieagent kijkt fronsend naar mama. Is hij daarom helemaal tot hier gereden? Om een bedplassende kat? Mama kruist haar armen voor haar lichaam.

‘In bed geplast? Dat doet Xana nooit!’

Warre haalt zijn schouders op.

‘Kom maar eens kijken dan.’

En voor mama kan reageren, glipt hij langs haar heen en rent de trap op. Hij zorgt ervoor dat hij als eerste in zijn kamer is. Daar schroeft hij de dop van de fles azijn en besprenkelt zijn lakens ermee. Bah, dat stinkt vreselijk, het zou echt Xana geweest kunnen zijn.

Dat vindt ook de agent, wanneer hij de kamer binnenkomt. Hij knijpt zijn neus dicht.

‘Blij dat dat mijn kat niet is’, mompelt hij.

‘Het is al goed, ik laat u uit’, bromt mama.

Maar voor ze de kamer verlaat, draait ze zich nog even om. Ze wijst naar Warre.

‘Laat alles maar liggen, het is niet zo nat. We ruimen dat morgen wel op. Jij moet nu dringend in bed!’

‘Maar…’

‘Nu in bed!’

Warre kijkt met een vies gezicht naar zijn bed. Hij is niet betrapt geweest op te laat opblijven, maar toch heeft hij het gevoel dat mama hem heeft gestraft. Hij gaat zo hard stinken morgen!