Strevers

 

1

Klastitularis Van Meel deelt de rapporten uit. De laatste punten voor de examens. Ides laat zijn rapport gesloten op zijn bank liggen. Hij heeft weinig zin om erin te kijken.

Voorzichtig heft hij een hoekje van het blad op. Er wordt een cijfer zichtbaar: een 9.

Een 9? Zou hij echt 90 procent hebben behaald? Dat is hem nog nooit gelukt.

Hij opent zijn rapport.

 

2

'69?'

Zoë, het buurmeisje van Ides in de klas, lacht luid.

'Dat is niet vet!'

Ides haalt zo nonchalant mogelijk zijn schouders op. Maar in zijn binnenste is hij zwaar teleurgesteld. Onder de 70 procent, een dieptepunt in zijn schoolcarrière. Maar hij laat het niet aan Zoë merken.

'Ach, dit is maar voorbereiding, het zijn uiteindelijk de examens die tellen.'

Hij denkt even na.

'Daar haal ik minstens...'

 

3

Ides voelt de blikken van de andere kinderen van zijn klas op zich gericht. Waarom luistert iedereen plots mee?

'90 procent', flapt hij eruit.

Zoë moet nog veel harder lachen.

'90 procent? Dat haal jij nooit!'

Ides weet dat ze gelijk heeft. En toch wil hij dat niet toegeven. Wie denkt Zoë wel dat ze is? Zomaar met hem lachen? Zelfs de andere kinderen beginnen te grinniken. Dat mag hij niet laten gebeuren.

'Wedden?'

 

4

Het wordt stil in de klas.

Ides beseft nauwelijks wat hij heeft gedaan. Heeft hij nu net gezegd dat hij wil wedden dat hij 90 procent kan halen bij de examens? Een weddenschap met Zoë dan nog, een meisje dat nog nooit minder dan 90 procent heeft behaald.

'Graag', glimlacht Zoë fijntjes.

Ides begint meteen te stotteren.

'Of 89. Dat kan ook. In elk geval meer dan jij zal halen.'

Zoë blijft lachen.

'Dat is ook goed.'

 

5

Ides kan zich wel voor het hoofd slaan. Hij is niet de beste student ooit, dat weet hij zelf ook wel. Waarom wil hij zich dan bewijzen?

'Dus', zegt Zoë. 'We wedden dat jij meer punten zal halen dan ik met de examens. Akkoord?'

De keel van Ides wordt droog.

'Eh, ja?'

'En wat als je het niet haalt?'

'Eh...'

'Dan draag jij de rest van het jaar mijn boekentas. Als je wint, draag ik die van jou.'

Hij mag dit niet aannemen. Hij is nu al verloren, dat weet hij goed genoeg. Maar hij geeft geen krimp.

'Deal!'

 

6

Ides balt zijn spieren terwijl hij de bibliotheek in loopt. Zal hij sterk genoeg zijn om de rest van het jaar twee boekentassen te dragen?

'Je kijkt zo somber?'

Wally ligt languit in een stoel in de Little Liars Club. Het gebeurt niet vaak dat Wally niet druk in de weer is.

'Ik ben dom geweest', zegt Ides.

Wally lacht.

'Dat is ook de eerste keer.'

 

7

'Je moet dus veel punten halen bij deze examens?' vraagt Wally en Ides knikt. 'Dan heb ik de perfecte oplossing voor jou!'

Ides kijkt hoopvol op.

'Welke?'

'Heel hard studeren!'

Ides zucht. Daar heeft hij zelf ook al aan gedacht.

'Dat lost niets op. Dan heb ik nog minder dan Zoë.'

Wally knipoogt naar hem.

'Er is misschien nog een andere mogelijkheid.'

 

8

'Joke!' roept Wally luid.

Vanuit een deur aan de zijkant van de club komt een vrouw aangelopen. Ze knikt naar Wally en Ides.

'Joke, jij hebt toch ooit nog toneel gespeeld?'

Joke lacht blij en neemt een vreemde pose aan.

'Ik heb veel hoofdrollen gespeeld. Stukken van Shakespeare, Lanoye en Claus! Duizenden harten heb ik beroerd. Kunst met de grote K!'

Wally kijkt haar onbewogen aan.

'Ik vrees dat je rol deze keer wat kleiner gaat zijn.'

 

9

Wally's ogen glinsteren wanneer hij het plan uitlegt.

'We gaan het edele beroep van de souffleur nieuw leven in blazen.'

'De souffleur?' vraagt Ides. 'Doet die iets met kaas?'

'Geen kaassoufflé', knipoogt Wally. 'Een souffleur, een voorzegger.'

Voorzegger, dat klinkt veelbelovend, vindt Ides. Al knort zijn maag ook wel om een kaassoufflé. Wally buigt zich voorover.

'Dit is wat we gaan doen.'

 

10

'Joke wordt de souffleur', zegt Wally.

'Wat?' roept Joke. 'Maar ik ben nog Hamlet geweest! To be or not to be, that is the question.'

'Spaar je stem maar voor het plan', zegt Wally, niet onder de indruk. 'Jij gaat met Ides mee en wordt vanaf nu zijn voorzegster.'

Joke kruist haar armen.

'Ik kies not to be.'

Wally kijkt haar streng aan, terwijl hij Ides en Joke naar buiten duwt.

'That was not the question. Dat was een bevel.'

 

11

Het is donker wanneer Joke en Ides voor de poort van de school staan.

'Ben je er zeker van dat er niemand is?' vraagt Joke.

'Wally heeft alles gecontroleerd', antwoordt Ides.

Zijn hart klopt als een bezetene. Hij kent de schoolregels niet uit zijn hoofd, maar hij is er vrij zeker van dat 's nachts inbreken in de school niet mag.

En dat is exact wat ze gaan doen.

 

12

Joke duwt tegen de poort, die makkelijk open gaat. Dat heeft Wally geregeld.

'Duw de kist maar naar binnen', zegt ze.

Ides zet zijn schouders tegen een houten gevaarte op wieltjes en duwt het door de poort.

'Gaat dat wel in de klas passen?' vraagt hij zich af.

Maar Joke antwoordt niet. Ze legt haar vinger op haar mond.

'Ik hoor iets!'

 

13

Een licht knipt aan in een van de gangen.

'Er is toch nog iemand', sist Joke.

Ides kijkt om zich heen. Ze staan in het midden van de speelplaats. Als er nu iemand naar buiten komt, zijn ze betrapt. Hij wijst naar het gebouw waar het licht aan ging.

'Daarheen!'

'Zeker?'

'Nee.'

 

14

Ze duwen de kist naar de muur van het gebouw. En dan springen ze erachter.

'En nu?' vraagt Joke.

'Wachten.'

Het duurt nog een hele tijd voor een leraar naar buiten komt. Ides houdt zijn adem in. De leraar kijkt niet naar de kist, maar loopt in gedachten verzonken over de speelplaats naar de poort. Hij kijkt verbaasd op als hij merkt dat de poort open is, maar haalt dan zijn schouders op en doet ze op slot.

'Ai', mompelt Joke.

'Zorgen voor later', zegt Ides.

 

15

In de klas van Ides schuiven ze de banken opzij, zodat de kist helemaal naar achteren kan. Daar staat de bank van Ides, daar gaat hij zijn examens afleggen.

Naast zijn bank staat een kast.

'Moet de kist daarin?' vraagt Joke.

'Wally heeft het gemeten', antwoordt Ides. 'Dus ja, die moet daarin.'

Ze duwen en wringen tot ze het ding in de kast krijgen. Wally had gelijk: de kist past precies. Joke schudt haar hoofd.

'Ik ben benieuwd hoe dit gaat aflopen.'

 

16

'Hoe heet de Romeinse keizer die Gallië veroverde?' fluistert Ides.

Hij kijkt even om zich heen. Niemand let op hem.

'Julius Caesar', klinkt het uit de kast.

Ides noteert het op zijn blad.

'Door welk dier zouden Romulus en Remus gezoogd zijn?'

'Een wolvin.'

Ides kijkt met een glimlach naar zijn examen. Wally had gelijk. Zo gaat het echt goed.

 

17

'Makkie', glundert Ides als hij op de speelplaats staat. Zoë kijkt hem wantrouwig aan.

'Je bent wel heel zeker van jezelf', zegt ze.

'Dat had ik toch op voorhand gezegd?' grijnst Ides. 'Zal ik je alvast mijn boekentas geven?'

Zoë weet niet goed wat ze moet zeggen. Ze begint te twijfelen. Zou Ides echt zo goed bezig zijn? Dat kan bijna niet.

Toch pakt ze haar schoolboeken en overloopt ze de leerstof voor het volgende examen. Ze wil extra hard haar best doen.

 

18

'Welke planeet komt na Mars?'

'Jupiter.'

Dat wist Ides zelf ook wel. Hij heeft zijn les goed geleerd. Maar het helpt dat Joke af en toe een extra antwoord influistert.

Dan komt de directrice de klas binnen. Ze kijkt spiedend in het rond en loopt dan naar de achterkant van de klas.

Recht naar de kast.

 

19

Wat gaat de directrice doen? Heeft ze door dat er ergens vals wordt gespeeld? Ides begint te zweten.

'Let op!' fluistert hij.

Maar wat moet Joke doen? Ze kan geen kant op. De directrice legt haar hand op de kast.

'Wat zei je, Ides?'

Ides wordt rood.

'Niets. Gewoon... Zet hem op! Ik wilde mijn klasgenoten succes wensen.'

'Dat is lief.'

De directrice haalt haar hand van de kast en draait zich naar de klas.

Oef. Even gered.

 

20

'Jongens en meisjes, ik vrees dat ik slecht nieuws heb', zegt de directrice.

Slecht nieuws? Dat kan maar één ding betekenen, denkt Ides. Ze hebben Joke ontdekt. Hoe hebben ze dat gedaan?

'Ik krijg klachten over dit lokaal. Er worden vreemde geluiden gehoord. Ik denk dat er ratten zitten.'

Wat? Dat zijn vast de geluiden van Joke als ze in en uit de kist kruipt. De directrice kijkt ernstig.

'Jullie kunnen niet in deze klas blijven.'

Wat?

 

21

Ides en zijn klasgenoten moeten van lokaal veranderen. Dat is een ramp. Vooral omdat de nieuwe klas geen kast heeft.

En gewoon een kist in het midden van de klas zetten, zou nogal opvallen. Joke meenemen naar het examen ook.

Terwijl ze zich installeren, neemt Ides stiekem zijn telefoon. Hij typt het nummer van Wally in.

'Nieuwe klas. Geen Joke meer. Help.'

 

22

Ides vult de rest van zijn examens in. Met alles wat hij nog weet. Hij heeft tenslotte gestudeerd. Er moet toch iets zijn blijven hangen?

En wat met zijn weddenschap met Zoë? Die gaat hij keihard verliezen als er geen oplossing komt. Hij mag er niet aan denken om haar boekentas te dragen. Het is vast zo'n roze met regenbogen.

Hij krijgt snel een bericht terug van Wally. Maar niet met het antwoord waarop hij hoopte.

'Dan zal je toch harder moeten studeren.'

 

 

23

Heeft Wally geen nieuwe oplossing voor hem?

Wanneer Ides thuis op zijn kamer zit, kijkt hij wanhopig naar zijn boeken. Hij zal echt moeten studeren. Nog harder dan hij al heeft gedaan, want nu heeft hij geen hulplijn meer. Joke heeft na schooltijd de kist weer uit de school gehaald.

Hij zucht. Hij moet op zijn minst proberen.

Hij probeert zich te concentreren.

 

24

Ides neemt zijn rapport met trillende handen aan. Hij heeft echt zijn best gedaan voor de laatste examens. Maar hij weet niet of het voldoende is.

Net als de vorige keer durft hij het niet meteen open te doen.

'Vooruit', zegt mama, die naast hem zit. 'Waar wacht je op?'

Ides haalt diep adem. Korte pijn. Hij opent het rapport en kijkt meteen naar onder, naar het totale cijfer.

Wat?

 

25

'84 procent?'

Zoë fluit tussen haar tanden.

'Dat had ik nooit gedacht van jou.'

Ides lacht. Hij heeft nog nooit zoveel punten behaald. En hij heeft het niet alleen aan Joke te danken. Hij heeft zelf ook echt goed gestudeerd.

'Maar het zijn er minder dan jij hebt', zegt Ides. 'Dus geef je boekentas maar.'

Zoë neemt haar boekentas van haar schouder, maar bedenkt zich dan.

'Nee, hoeft niet. Je hebt er keihard voor gewerkt en ik ook. Dus niemand hoeft twee boekentassen te dragen.'

Ides kijkt haar stomverbaasd aan. Wat knap van Zoë. Hij neemt zich voor om nooit meer op te scheppen.

Of toch deze maand niet meer.