Leugens van leerlingen - Groenlaar 2021

Matthew – Brandalarm

 

Matthew stoot Emma aan.

‘Als we dat nu eens echt doen?’

‘Wat?’ vraagt Emma.

‘Het brandalarm laten afgaan.’

Emma’s ogen worden groot. Ze is verbaasd dat Matthew het echt meent. Daarstraks hebben ze er op de speelplaats grappen over gemaakt en sindsdien gaat het idee niet meer uit zijn hoofd.

‘Dan zou de juf wel eens heel boo…’

‘Ssst, Emma! Matthew!’

De juf staat plots voor hun bank.

‘Waarover zijn jullie aan het praten?’

‘Niets.’

Matthew kijkt naar beneden. Wat heeft de juf allemaal gehoord?

‘Ik hoorde iets over een alarm?’

Matthew schudt zijn hoofd en wrijft overdreven over zijn arm.

‘Nee, ik heb pijn aan mijn arm.’

De juf blijft nog even staan, en gaat dan verder met de les. Matthew slaakt een zucht van verlichting. Tijdens de pauze sluipen Emma en hij naar de gang van de sporthal. Daar hangt een brandmelder. Matthews ogen blijven hangen op de woorden ‘druk hier’. Met een eenvoudige druk op de knop kan hij de hele school op stelten zetten. Zou hij dat echt durven? Zijn hand glijdt naar boven.

‘Misschien moeten we het maar niet doen’, fluistert Emma.

Maar het is al te laat. Matthew slaat op het glas en zet het alarm in werking. Een snerpend geluid dringt door in hun oren. Ze vluchten weg en sluiten zich aan bij de massa kinderen die op de speelplaats gillend door elkaar loopt. Het duurt niet lang of hun juf trekt hen aan hun oren uit de groep.

‘Wat hebben jullie gedaan?’

Matthew en Emma kijken weg van de juf. Heeft ze het dan toch juist gehoord in de klas? Dan weet ze dat zij de schuldigen zijn.

‘En beseffen jullie wel wat de gevolgen zijn?’ gaat de juf verder.

Daar had Matthew niet echt over nagedacht. De straf is vast enorm. Ontkennen wordt moeilijk, maar misschien kan hij wel een goede reden verzinnen voor wat ze hebben gedaan.

‘Er was een dief!’ zegt Matthew met paniek in zijn stem. ‘We wisten niet wat we moesten doen. Dus hebben we het alarm maar laten afgaan.’

Juf kruist haar armen en kijkt bedenkelijk.

‘Een dief? En hoe zag die er dan uit?’

Matthew kijkt rond. Tja, hoe ziet een dief eruit die er niet echt was?

‘Het was een vrouw, met een lange jurk.’

‘Het was iemand van de leerkrachten’, flapt Emma er plots uit.

Wat? Matthew kijkt verbaasd naar Emma, net als de juf.

‘Wie dan?’

‘Eh, juf Caroline.’

‘Wat? Dat is wel een ernstige beschuldiging! En wat zou juf Caroline dan hebben gestolen?’

‘Mijn telefoon’, zegt Matthew, terwijl hij in zijn broekzak aan zijn telefoon voelt. Hij maakt het zichzelf niet echt makkelijker.

‘Wacht hier even’, zegt de juf.

Zodra ze weg is, trekt Matthew Emma mee. Recht naar de klas van juf Caroline.

‘Wat gaan we hier doen?’ vraagt Emma.

‘Bewijzen dat juf Caroline een dief is.’

‘Maar ze is zo lief’, protesteert Emma.

‘Jij hebt haar wel een dief genoemd!’

Matthew sluipt naar binnen en loopt naar de lessenaar van juf Caroline. Gelukkig, haar boekentas staat ernaast. Hij stopt zijn telefoon in de boekentas en haast zich weer naar buiten.

‘En wat ga je dan doen als ze die telefoon vinden?’ vraagt Emma. ‘Ik wil niet dat ze juf Caroline ontslaan.’

Matthew grijnst. ‘Dat hoeft ook niet. Ik zeg wel dat ze hem wilde afnemen, omdat ik hem gebruikte op een moment dat het niet mocht. Maar dat ik dacht dat ze hem wilde stelen en ik daarom in paniek op de knop drukte. Zo kunnen ze op niemand van ons boos zijn.’

Zijn plan zit goed in elkaar. Met een goede uitleg krijg je veel gedaan. Al neemt hij zich voor om nooit meer op de knop van het brandalarm te drukken. Tenzij het echt brandt natuurlijk.