Lucca - Oud vrouwtje
Lucca probeert de voordeur zo zacht mogelijk te sluiten. Hij doet onhoorbaar zijn schoenen uit en hangt zijn jas in de kast. Als hij ongemerkt zijn kamer kan bereiken, is hij veilig. Maar zijn voet staat nog maar op de onderste trede van de trap, als hij een luide stem hoort.
'Luccaaaaaa!'
Papa.
Hij draait zich om en loopt naar de woonkamer. Hij gebruikt zijn mooiste glimlach, ook al weet hij dat dat bij zijn papa meestal niet werkt.
'Waarom ben je zo laat?'
Omdat hij nog was gaan voetballen met zijn vriend Lowie, met zijn nette schoenen aan bovendien. Maar dat zegt hij niet.
'Omdat... ik een oud vrouwtje heb geholpen.'
Papa's blik wordt een beetje milder.
'Dat is lief. Welke oude vrouw?'
Lucca haalt zijn schouders op.
'Weet ik veel. Ze was klein en ze had grijs haar. Zien al die oude vrouwtjes er niet hetzelfde uit?'
'Waar was dat dan?'
Lucca krabt in zijn nek. Niet doen, dat doen mensen die liegen ook.
'Bij de wegenwerken.'
'Er zijn toch geen wegenwerken?'
Lucca had meer tijd moeten besteden aan het bedenken van een goed verhaal. Hij had gedacht weg te komen met een leugentje over een oud vrouwtje.
'Jawel hoor. Ze moesten wel, want er was een vrachtwagen gekanteld.'
'Echt? Wauw.'
'Ja, je had het moeten zien. Al die melkflessen lagen verspreid over de weg.'
Opletten, Luca, niet overdrijven. Focus op je verhaal.
'Maar de vrachtwagen had dus een gat in de weg gemaakt en daarom waren er wegenwerken.'
Papa fronst zijn wenkbrauwen. Hij is niet helemaal mee met het verhaal, maar hij kan er ook weinig tegen inbrengen.
'En daardoor is dat oude vrouwtje dus gevallen.'
'Door die wegenwerken?'
'Nee, door die melkflessen. Ze trapte op een fles en gleed uit.'
Lucca zet alvast een stap achteruit.
'Het duurde even voor ik haar overeind kreeg. Maar het lukte en ze is aan de overkant van de straat geraakt.'
Hij is bijna uit de woonkamer. Hij moet vervelende vragen vermijden. Papa opent zijn mond om nog iets te vragen, maar Lucca is hem voor. Met het ultieme argument.
'Ik ga nu snel mijn huiswerk maken, want ik heb al genoeg tijd verloren!'
Vedran - toiletsnoep
Een kers. Drie beertjes. Twee zure matten. Vier snoepveters. Draculatanden, colaflesjes, spinnetjes en vliegtuigjes, allemaal zijn ze in de mond van Vedran verdwenen. Aaaaah, dat heeft gesmaakt. Hij zet de lege snoeppot weer in de kast.
'Vedran?'
'Mm?'
Zijn mond zit nog vol snoep, hij kan niet antwoorden. Papa kijkt hem onderzoekend aan.
'Wat ben je aan het doen?'
'Niets', perst hij eruit. Een beertje floept net niet uit zijn mond.
Papa opent de kast en kijkt erin.
'Heb jij heel de snoeppot leeggegeten?'
Vedran schudt snel zijn hoofd.
'Wie dan wel?'
'Bwoew.'
Hij kan net voorkomen dat de snoepveter tevoorschijn komt.
'Ik versta je niet', zegt papa. 'Spreek eens wat duidelijker.'
Dat gaat niet, wil Vedran zeggen, er zit te veel snoep in mijn mond. Maar dat is niet zo'n goed idee. Hij wil niet betrapt worden. Hij moet iets verzinnen.
Vedran buigt zich opzij en begint luid te hoesten. Hij spuugt de snoepjes in zijn hand.
'Broer. Die heeft alles opgegeten.'
Papa lijkt hem niet meteen te geloven.
'En wat heb jij in je hand?'
Vedran begint opnieuw te hoesten en stopt zijn hand in zijn zak. Hij grijpt een zakdoek en laat stiekem de platgekauwde snoepjes in zijn zak glijden. Het voelt aan als een vetttig boeltje. Jakkes.
'Ik heb niets in mijn hand', mompelt hij en toont zijn vettige hand. 'Het hoesten stopt maar niet. Ik ga even wat water drinken in de badkamer.'
Voor papa nog iets kan zeggen, is Vedran al naar de badkamer gespurt. Daar haalt hij de brij uit zijn broekzak. Een deel van de snoepjes kleeft vast in zijn broek, de rest gooit hij in de toiletpot. Zonde van al die lekkere snoep. Maar beter dan betrapt te worden. Dan krijgt hij nooit meer een snoepje.
Vedran spoelt door. Het lukt niet. De snoep blijft onderin de pot vast zitten. Hij probeert nog eens. Weer niets. Snel gooit hij extra toiletpapier in het toilet. Hij hoort zijn vader boven komen.
'Wat ben je aan het doen?'
'Het toilet spoelt niet door.'
Papa werpt een blik in de pot. Hij wordt boos.
'Hoe vaak moet ik je nog zeggen dat je niet zoveel papier mag gebruiken?'
'Sorry!'
Deze sorry vindt Vedran niet zo erg. Het is niet de eerste keer dat hij te veel toiletpapier in de pot stopt. Hij heeft er nog nooit straf voor gekregen. En ondertussen heeft hij maar mooi de snoeppot leeggegeten. Spijtig dat niet alle snoep in zijn buik is beland.