Leugens van leerlingen - Tervuren 2021

Ameline – drollentapijt

 

Ameline luistert naar het zachte gegrom van Gabriel, hun kleine teckel. Wat wil hij nu eigenlijk? Begrijpt hij niet dat ze het nog veel te druk heeft met niets doen? Ze ligt al een uur lekker ontspannen op de zetel en ze vindt het heerlijk. Haar mama’s vinden het meestal maar niets als ze zo lui is. Daarom noemt ze haar luie uurtjes tegenwoordig gewoon ‘mindfulness’, daar heeft niemand iets op tegen.

‘Wat is er, Gabriel?’

De hond kijkt haar met droevige ogen aan. Waarschijnlijk wil hij weer achter een bal aan lopen, of knabbelen op een van haar knuffels. Hij zal nog even geduld moeten hebben, ze is bijna helemaal zen.

‘Ameline?’

Heel even kijkt Ameline vreemd op. Sinds wanneer kan Gabriel praten? Maar al snel ziet ze dat haar mama boven haar uit torent. Tot zover haar luie moment.

‘Ja?’

‘Ging jij Gabriel niet uitlaten?’

‘Dat heb ik gedaan.’

Het komt er zonder problemen uit, Ameline bloost zelfs niet terwijl ze liegt. En normaal is dat voldoende, maar deze keer niet, want mama blijft haar met gekruiste armen aankijken.

‘En wat is dat dan?’

Ameline komt zuchtend overeind en volgt de vinger van mama. En dan houdt ze haar adem in. Want op het tapijt ligt een enorme drol.

Hoe kan er uit zo’n kleine teckel zo’n worst komen? Wat heeft Gabriel allemaal gegeten? Ameline springt overeind.

‘Dat moest ik nog vertellen. Corentin heeft de pot met choco laten vallen op het tapijt.’

Haar broertje is nog maar vijf jaar en hij krijgt wel vaker de schuld voor iets wat Ameline heeft uitgespookt.

Mama heft haar armen in de lucht. ‘Het is niet waar!’

Ze gaat op haar knieën bij de drol zitten.

‘Al die lekkere choco!’

En voor Ameline nog iets kan zeggen heeft mama al een schep van de drol genomen en in haar mond gestopt. Amelines ogen worden groot.

‘Mama!’

Mama likt haar vingers af.

‘Wat?’

‘Niet doen!’

‘Waarom niet?’ vraagt mama. ‘Ik mag die lekkere choco toch niet verloren laten gaan?’

Ameline kijkt naar de bruine streep die om mama’s lippen ligt. Ze moet ervan kokhalzen.

‘Omdat… je niet van de grond mag eten?’

Mama glimlacht. ‘Ik weet het. Niet zeggen tegen mams. Het is wel speciale choco. Zitten daar kruiden in?’

Misschien moet Ameline maar gewoon de waarheid vertellen. Ze laat mama zomaar een drol van hun hond opeten. Maar dan weet mama ook dat ze niet met Gabriel is gaan wandelen.

‘Ik heb die gekocht in een kleine winkel in het dorp’, zegt ze.

‘Echt?’ vraagt mama. ‘Dan moeten we daar vaker winkelen. Waar is die winkel?’

‘O, eh, die is moeilijk te vinden. Als je iets nodig hebt, ga ik wel.’

Even kijkt mama verbaasd op. Sinds wanneer is Ameline zo enthousiast om naar de winkel te gaan? Ze zou zelfs snoepjes aan de deur laten leveren als dat kon. Toch grijpt mama naar haar portefeuille.

‘Hoeveel kost zo’n pot? Haal er maar vier voor mij.’

Het wordt alleen maar erger. Mama wil echt meer van die vieze drek. Ameline twijfelt. Ze moet iets zeggen waardoor mama afhaakt.

‘Hij is wel heel duur. Zeker tien euro per pot.’

Mama neemt twee briefjes van twintig euro en geeft ze aan Ameline.

‘Vier potten. Dankjewel, Ameline.’

Ze laat de verbouwereerde Ameline achter met teckel Gabriel en veertig euro. Ameline kijkt verlekkerd naar het geld. Daar kan ze veel snoep mee kopen. Ze loopt naar de keuken en gaat op zoek naar vier glazen bokalen. Daarna neemt ze Gabriel mee aan de lijn en loopt naar buiten.

‘Kom, Gabriel. Deze keer gaan we echt wandelen. En doe maar flink je best, want je hebt nog vier potten te vullen!’