Leugens van leerlingen - Wonderweekend 2021

Ariane – Roze schoenen

 

Ariane kijkt vol bewondering naar haar nieuwe schoenen. Ze zijn zo zacht, en blinkend, en vooral helemaal roze.

Maar dat zijn ze niet altijd geweest.

Toen mama en Ariane de schoenen in de winkel kochten waren ze nog helemaal wit. Nu niet meer. En dat komt door de bus roze verf die Ariane er net helemaal op heeft leeggespoten. Mama zal het vast geweldig vinden.

‘Aaaaaaaaaahhhhh!’

Of niet.

‘Wat is er met jouw schoenen gebeurd?’

Ariane haalt haar schouders op.

‘Wat bedoel je?’

‘Ze zijn helemaal roze!’

‘Ja. Mooi, niet?’

Mama draait haar hoofd met een ruk naar opzij. Ariane ziet de aders op haar gezicht pompen.

‘Heb jij dat gedaan?’

Ariane beseft dat het antwoord dat ze nu zal geven belangrijk is. Het zal bepalen hoe de komende weken eruit zullen zien: met veel schermtijd of geen schermtijd.

‘Natuurlijk niet’, liegt ze. ‘Waarom zou ik dat doen?’

‘Wie heeft het dan gedaan?’

‘Vast iemand in de winkel.’

Ariane had gedacht dat daarmee de kous af zou zijn. Maar dat is buiten haar mama gerekend. Nog geen twee minuten later zitten ze in de auto en rijden ze naar de winkel waar ze de schoenen hebben gekocht. Met Ariane aan haar hand stormt mama de winkel binnen en grijpt ze de eerste verkoper die ze tegenkomt bij zijn nekvel.

‘Wie heeft die roze schoenen verkocht?’

De verkoper kijkt verbaasd naar de glimmende sneakers in mama’s hand.

‘Die verkopen wij hier niet.’

Nog voor hij met zijn ogen kan knipperen heeft mama de rekening onder zijn neus geduwd.

‘O nee? En wat is dit dan?’

De verkoper kijkt naar de rekening, naar de schoenen en dan naar Ariane, die smekend opkijkt. En hij beseft al snel wat er aan de hand is. Hij aarzelt. Ariane moet hem helpen, zodat hij haar kan helpen.

‘Het was niet deze meneer, mama’, zegt Ariane. ‘Het was iemand anders. Het was Marc.’

‘Marc?’

‘Ja, Marc met een c.’

Waarom vertelt ze dat erbij? Leugenaars verliezen zich wel vaker in details.

‘Dan wil ik die Marc spreken’, dringt mama aan.

De verkoper kijkt hulpeloos om zich heen. Er is helemaal geen Marc in deze winkel. Maar toch knikt hij.

‘Ik zal hem even halen, mevrouw.’

Het duurt even voor hij terugkomt. Mama loopt ongedurig door de winkel, terwijl Ariane kijkt welke schoenen ze nog graag zou willen. Uiteindelijk komt er een andere man de winkel ingelopen. Hij heeft een wit stuk plakband op zijn T-shirt gekleefd waar haastig ‘Marc’ is opgeschreven.

‘Kan ik u helpen?’

‘Ik zou willen weten wie de schoenen van mijn dochter heeft verknoeid’, briest mama.

‘Verknoeid?’ reageert Marc. ‘Iedereen draagt die roze schoenen tegenwoordig.’

‘Wat?’

‘Ja hoor, dat is de mode van nu. Maar als u liever heeft dat uw dochter van die saaie witte schoenen draagt, dan kan dat ook.’

Mama kijkt verbaasd naar Ariane.

‘Zijn roze schoenen hip?’

Ariane kijkt even naar de verkoper, die stiekem naar haar knipoogt.

‘Natuurlijk. En paarse en gouden ook.’

‘Ik zou mijn kind nooit met witte schoenen naar school sturen’, voegt de verkoper er nog met een lachje aan toe.

Langzaam stopt mama de rekening weer in haar handtas. Haar boze uitdrukking maakt plaats voor een brede grijns.

‘Dan hebben we eigenlijk een goede deal gedaan’, zegt ze. ‘Hippe schoenen voor een lage prijs. Hier moeten we vaker komen!’

Ariane lacht terwijl ze de winkel uit stappen. Nu alleen nog bedenken hoe ze haar vriendinnen kan overtuigen om ook allemaal hun schoenen roze te verven.

 

Bas – Vaas gebroken

 

De tennisbal stuitert door de woonkamer, Bas gaat er met een kattensprong achteraan. Hij belandt in de zetel, maar mist de bal, die verder vliegt en tegen de muur bonkt. En dan lijkt alles zich vertraagd af te spelen. De bal botst eerst nog twee keer op de grond voor hij in een grote kristallen vaas terechtkomt. De vaas begint heen en weer te wiebelen. En valt dan in duizend stukjes op de grond.

O o.

Papa is als eerste op het lawaai afgekomen. Hij legt zijn handen op zijn wangen als hij de ravage ziet.

‘Wie heeft dit gedaan?’

Bas is goed opgevoed. Hij heeft altijd geleerd om eerlijk te zijn, om respect te hebben voor elkaar, en zeker voor zijn ouders. Dus papa heeft recht op de waarheid over wat er met de vaas is gebeurd.

‘Broer en zus’, antwoordt hij met een uitgestreken gezicht. ‘Ze waren aan het tennissen.’

Papa’s gezicht wordt rood en hij stormt de kamer uit. Maar al snel staat hij er weer terug.

‘Wacht eens. Je broer is niet thuis en Lisa zit in de tuin. Hoe kunnen ze hier dan tennissen?’

Bas heeft niet goed nagedacht over zijn verhaal. Hoe moet hij zich hier uit redden?

‘Je kan toch ook alleen tennissen? Lisa was met haar jokari aan het spelen.’

Opnieuw beent papa met grote passen de kamer uit. Hij komt terug met Lisa en heeft haar net niet aan haar oor naar binnen gesleurd.

‘Wat heeft dat te betekenen?’

Lisa kijkt verbaasd naar de stukjes vaas die overal in de woonkamer liggen.

‘Wow, het ziet er wel cool uit. Daar zou ik een leuk filmpje van kunnen maken.’

‘Ik dacht het niet’, zegt papa. ‘Jij mag een week niet op je telefoon.’

De blik van Lisa is die van een tekenfilmfiguur die beseft dat hij plots boven een afgrond hangt en binnen enkele seconden naar beneden zal vallen.

‘Wat?’ reageert ze. ‘Ik denk het niet. Ik heb helemaal niets gedaan. Ik was filmpjes aan het maken in de tuin.’

Papa kruist zijn armen. Hij kijkt van Bas naar Lisa.

‘Tegen vanavond wil ik dat de schuldige alles opbiecht. Anders krijgen jullie allebei straf.’

Hij stuurt hen de kamer uit en begint de gebroken vaas bij elkaar te rapen. Lisa en Bas gaan naar de tuin. Bas heeft helemaal geen zin in straf. Als toch iemand straf moet krijgen, dan beter Lisa. Ze heeft hem al zo vaak geplaagd, en daar geven zijn ouders ook nooit gevolg aan.

‘Welke filmpjes was je aan het opnemen?’ vraagt hij.

‘Tennisfilmpjes’, zegt Lisa trots. Ze lijkt papa’s woede alweer vergeten. Het brengt Bas op een idee.

‘Zal ik je helpen?’

Hij neemt haar telefoon over en laat haar met haar racket hard tegen de bal slaan. Het zijn de perfecte beelden. Nu alleen nog de achtergrond vervangen. Terwijl Lisa met haar jokari in de weer is, prutst Bas aan het filmpje. Wanneer hij klaar is, geeft hij de telefoon weer aan zijn zus.

’s Avonds aan tafel kijkt papa hen veelbetekenend aan, klaar voor de grote biecht. Maar die komt er niet, integendeel, Lisa blijft leuteren over haar filmpjes en hoeveel kijkers die al hebben behaald.

‘Laat ze eens zien aan papa’, zegt Bas zo terloops mogelijk.

‘Daar is papa toch niet in geïnteresseerd?’

‘Dat weet je pas als hij ze ziet’, knipoogt Bas en hij schuift de ontgrendelde telefoon over tafel naar papa. Hij drukt op het laatste filmpje dat is gemaakt. Daarin staat Lisa te tennissen in hun woonkamer. Ze slaat hard op de ballen, hard genoeg om een vaas te doen vallen. Wanneer papa het heeft gezien, wist Bas het snel weer, voor Lisa meekijkt. Papa kijkt hoofdschuddend naar Lisa.

‘Is dat jouw manier om alles op te biechten?’

Lisa kijkt verbaasd op. ‘Wat?’

‘Een week geen telefoon’, zegt papa streng. ‘En vanavond doe jij de vaat.’

Daarna maakt Bas zich snel uit de voeten. Op zijn kamer zet hij zijn hoofdtelefoon op, terwijl hij een film op zijn laptop start. Zo worden de woedende kreten van zijn zus een beetje gedempt.